Archief categorie: Achtergrondinformatie

Paragone

Februari 2015

De kunst van het beeldhouwen is zeven maal groter dan elke andere twee dimensionale kunstvorm, want een ruimtelijk beeld heeft acht aanzichten die allen evengoed moeten zijn.

Paragone 1

Jaren geleden zat ik bij een bronsgieter aan tafel tijdens een pauze in de werkzaamheden. Ik herinner me daarvan onder andere de patine van theïne aanslag in het lang niet afgewaste theekopje, maar ook de gesprekken over kunst. Bij het lezen van een kunstenaarsautobiografie is het ook alsof je bij de kunstenaar aan tafel zit. Het boek : “Het leven van Benvenuto Cellini 1500-1571 door hem zelf verteld “ uitgave Querido, 1982 leest alsof de kunstenaar met jou aan tafel zit. Het is al lang geleden dat ik dit boek las, maar ik koppel het nog steeds aan een uitspraak van Cellini (1) die ik hierboven citeerde. En om de kwestie aan te scherpen is deze ook nog aardig (2), waarin hij ingaat op het verschil tussen vlakke en ruimtelijke werken.

 

SONY DSC

Paragone 3

 

Als beeldhouwer streef ik naar een ruimtelijke werking, die de toeschouwer rondleidt om het beeld, rond de verschillende aanzichten waar Cellini op doelt. Natuurlijk gaat dit niet voor al het werk op, in het reliëfwerk blijf je toch steken in een overgangsgebied tussen vlak en ruimte.

De uitspraken van Cellini maken deel uit van een heftig dispuut waarin kunstenaars hun discipline als de beste willen aanmerken. Het is de vergelijking van de kunsten,  en dit staat in de kunstgeschiedenis bekend als de paragone. Het voert te ver om het begrip paragone diepgaand uit te leggen, daarvoor is het te complex in dit kader, maar in essentie gaat het over de rivaliteit die renaissance kunstenaars hadden in hun streven om de beste kunstenaar te zijn.

 

SONY DSC

Paragone 5

 

Een schilder is een meneer, een beeldhouwer een werkman, een schilder werkt in zijn pak achter een ezel, een beeldhouwer hapt stof en zijn kleren zijn snel aan vervanging toe, om maar eens iets van het strijdgewoel weer te geven. Niet alleen schilderen en beeldhouwen, maar ook andere kunstvormen waren in deze ruzies betrokken. Vermoedelijke bron is een publicatie van Leonardo da Vinci die een verhandeling ‘De Paragone’ over schilderkunst schreef, en daarmee de rivaliteit tussen hem en Michelangelo flink aanwakkerde.

Hij stelt dat schilderkunst, die hij onderbrengt bij de Artes Liberales (de zeven vrije kunsten, hierover in een latere blog meer), aan de top van de hiërarchie staat, veel hoger dan beeldhouwkunst, dichtkunst of muziek. Wat wel een tour de force is, want musica stond al eeuwen in de artes liberales. Leonardo voert aan dat schilderkunst gebaseerd is op mathematische uitgangspunten, iets wat niet verwonderlijk is in de tijd dat het perspectief ontdekt werd.

 

Paragone 6

 

Ik voel dat helemaal niet , zo’n wedijver tussen schilderkunst en beeldhouwkunst. Het heeft te maken met de affiniteit die je voelt voor een medium om je idee en gevoel over te brengen, en voor mij is dat nu eenmaal bij uitstek via driedimensionale objecten. En wat die acht aanzichten betreft, het kunnen er net zo goed tien zijn, of dertig. Het is maar hoe je het bekijkt. Met de videocamera heb je geen aanzichten meer maar een ronddraai, en dan ook nog een zoomknop voor de details.

Paragone 7

 


Bronnen

(1) Bron: Wikipedia.
Dico, che l’arte della Scultura infra tutte l’arte, che s’interviene disegno, è maggiore sette volte, perchè una statua di Scultura deve avere otto vedute, e conviene che la sieno tutte di egual bontà. I assert that the art of sculpture, among all the arts connected with design, is at least seven times greater than any other, for the following reason: why, sir, a statue of true sculpture ought to have seven points of view, which ought all to boast equal excellence.

(Opmerking: Hoe kun je nu otto vedute vertalen als zeven aanzichten-wk?) Letter to Benedetto Varchi, January 28, 1546, cited from G. P. Carpani (ed.) Vita di Benvenuto Cellini (Milano: Nicolo Bettoni, 1821) vol. 3, p. 183; translation from Thomas Nugent (trans.) The Life of Benvenuto Cellini, a Florentine Artist (London: Hunt and Clarke, 1828) vol. 2, p. 264.

(2) La Pittura non è altro, che o albero or any other object, reflected in the water. The distinction between sculpture and painting, is as great as between the shadow and the substance.

 

Paragone 8

Hoe kom je binnen?

Februari 2015

Opnieuw Kom binnen, maar nu anders.

………de kunstenaar zag iets, en jij hebt het nakijken…….

In het Hongaars betekent het achtervoegsel – be/-ba, naar binnen. Megyek a boltba betekent: ik ga de winkel in. Ik wil het dit keer hebben over binnenkomen in een kunstwerk, want hoe kijk je naar een object? Kijken is één, maar iets zien? Je kunt ook be-kijken, als het ware naar binnen kijken. Als je goed leert kijken ga je meer zien, je verwerft in-zicht.

In het voortgezet onderwijs maakt het vak kunstbeschouwing deel uit van de kunstvakken, waarin de leerlingen, naast het zelf beeldend zijn, leren naar kunst te kijken. Het voert te ver om hier de hele vakinhoud te behandelen, maar er zijn een paar uitganspunten die hier beschreven kunnen worden.

Hoe kom je binnen 1

Het eerste wat je jezelf moet gunnen is tijd. Neem de tijd om lang(er) naar een object te kijken. Hier volgt daarvoor een eenvoudige oefening.

Oefening 1
Probeer een beeld te beschrijven, en wel zo dat een ander die het niet ziet, zich kan voorstellen hoe het eruit ziet. Door deze oefening, die tijd kost, dwing je jezelf om even stil te staan bij een object, en door dit beschrijven ga je al meer zien. Bij dit beschrijven ontstaat vanzelf al het eerste beoordelen. Je vindt er iets van. Vind jij het mooi of niet mooi, knap gedaan, kunstig dus? Dit is de opstap naar beschouwen.

Oefening 2
Probeer daarna het beeld te verklaren, waar gaat het over? Kun je een titel geven aan het werk, zie je een onderwerp? Gebruik hierbij je eigen kennis, je algemene ontwikkeling, en sluit zeker je gevoel niet uit.

Dan komt de volgende stap waarin je gaat be-kijken. In kunstterminologie heet dit iconografie. Nieuwsgierigheid en verwondering zijn hierbij goede drijfveren. Let daarbij op onderdelen van de vormgeving, zoals bijvoorbeeld vorm, kleur, licht, compositie, materiaal, techniek. Maar hoe zit dat met de voorstelling? Wat zie je eigenlijk, het gaat nu om het zoeken naar betekenis. Hiervoor komt bronnenonderzoek in aanmerking, dat kan zijn: toelichting door kunstenaar, door galeriehouder, kunstuitleen, zaaltekst, catalogustekst, (kunst) historische tekst, kunstprogramma op tv, internet, bibliotheek. Vanuit de kennis die je hebt opgedaan uit kijken en onderzoek kom je tot interpretatie.

 

Hoe kom je binnen 2

 

Een fraaie valkuil bij het bekijken en interpreteren van een kunstwerk is dat je vanuit te weinig gegevens, of teveel vanuit je eigen weten, begrip en tijd, een betekenis toekent aan een beeld. Ik noem dat fraai, omdat uit de kunstgeschiedenis blijkt dat de interpretatie nogal eens kan wisselen in de loop van de geschiedenis. Geloof dus gerust in je eigen waarheid, en als het lukt, geniet gewoon van het kijken en ervaren.

Ik herinner me een ervaring van jaren geleden in het Tate Modern in Londen[1]. Ik ging op zoek naar het werk van Rothko, en daar in de zaal, zittend tussen de negen doeken was ik sterk onder de indruk van de rust die dit alles uitstraalde. Die ervaring, iets wat in de literatuur de aura van het kunstwerk[2] heet, is uniek voor de tijd en ruimte waarin je het kunstwerk be-kijkt en ervaart. De rust die in deze de ruimte aanwezig heerst, beïnvloedde de bezoekers; een jong stel dat luid lachend binnenkwam was binnen twee stappen stil.

 

Hoe kom je binnen 3

 

In elke galerie zou eigenlijk een goede mogelijkheid moeten zijn om rustig te zitten en te “genieten”.

Kom binnen

Kom binnen 1

 

Februari 2015

Vreemd eigenlijk, je nadert een grote boogopening met poorten, het zou uitnodigend moeten zijn en je wilt je graag welkom voelen, maar… keek je wel eens naar boven bij zo’n kerkingang? Wat daar te zien valt is niet bepaald vrolijk: monsters die je verscheuren, een grote figuur die streng op je neerkijkt, bibberende kleine mensjes, maar gelukkig toch ook wat opgewekter kijkende figuren. Hoe welkom ben je eigenlijk?

De beschouwer van nu kijkt naar een still van een youtube filmpje uit de middeleeuwen, of naar een pagina uit een stripverhaal over het einde der tijden wanneer God komt om een definitief oordeel te vellen over de goedzakken en de slechterikken. Deze gebeurtenis wordt afgebeeld boven de westelijke hoofdingang van de kerk. Zoals in het westen de zon ondergaat, zo vergaat op het einde der tijden de wereld en het is tijd voor het Laatste Oordeel.

Op de afbeeldingen zie je het mooiste tympaan  dat ik gezien heb, in Conques (Fr). Deze afbeelding in reliëf beeldt de keuze uit tussen goed en kwaad. De goede mens mag, geleid door engelen,  naar de hemel. De slechte mens wordt door de duivels gegrepen, de Leviathaan ingeduwd en aan folteringen blootgesteld in de hel.

 

Kom binnen 2

Kom binnen 3

Kom binnen 4

 

Ik wil later nog wel meer kwijt over de beeldverhalen met betrekking tot de kerk, maar ik wil nu de link leggen met het beeldje annunciatie, waarin ik de engel, behalve de al eerder genoemde hotpants, ook een typisch middeleeuws gebaar heb meegegeven, en wel de grote wijzende vinger, die voor de gelovige in die tijd duidelijk te interpreteren was als: let op, let op, ik heb je wat vertellen.

 

Kom binnen 6

 

Hier is God wel zó kwaad, én ernstig teleurgesteld in de mensen Adam en Eva dat hij ze vertoornd de weg wijst uit het Aards Paradijs: let op, let op jullie, smeer hem voor het te laat is. Het vervolg is bekend, in pijn en zweet, en in verdriet om het verloren paradijs moet de mensheid zien in de 21e eeuw te komen, oef , dat is gelukt, nu maar zien we hoe we verder komen.

Deze deuren stammen uit de 12e eeuw en zijn een meesterwerk van vakmanschap, de uitbeelding is typisch voor de symbooltaal van de romaanse kunst, waarin weglaten van belang is, zodat de essentie van het verhaal zichtbaar wordt.

Ook zonder bijbelkennis kan ieder die er de tijd voor neemt het bijbehorend verhaal bijna zelf bedenken. Een gebarende vinger, zo’n subtiel element in uitbeelding van een stukje verhaal is toch uitermate boeiend, of niet soms…

Exposeren

Februari 2015

De betekenis van het woord expositie spreekt voor zich, maar afkomstig uit het latijn heeft het ook de betekenis van iets achterlaten en ook verklaren. Dat is verrassend, nietwaar? Ik heb het gevoel dat ik mijn werken uit handen heb gegeven, al is het maar tijdelijk. En wat dat verklaren betreft, van nature leg ik nu eenmaal graag iets uit.

Exposeren 2014 1

Op de foto is een panoramisch overzicht te zien van een deel van mijn solo-expositie “verrassing” in Pécs (Hongarije), waar ik 23 van mijn beelden heb achtergelaten. Deze expositie is vanaf 8 januari tot 5 februari.

 

Voor mij betekent exposeren de springplank naar buiten, uit de beslotenheid van mijn atelier naar de buitenwereld, die niet op mij zit te wachten. Moet ik die dan veroveren? Nou nee, dat dacht ik niet, het gaat mij meer om het laten delen in wat er mogelijk is in het traject van niets tot iets.

Elke nieuwe poging om van een blok hout te komen tot een object is een ontdekkingsreis, waarbij je soms een deels bekende weg aflegt die je goed op weg helpt, en soms direct op een onbekend terrein komt. Een blok hout heeft een te ontdekken vorm in zich, dat is mijn uitgangspunt, het vormgeven daarvan vraagt kennis van materiaal en gereedschap, om vaardig te werken, maar ook wel om juist ervaring achter je te laten en nieuwe wegen in te slaan.


Exposeren 2014 2 Exposeren 2014 3 

Titels geven

Februari 2015

Eén van mijn lezers vroeg: “hoe kom je nou op een idee voor een beeld, en hoe kom je op een titel”?

Nou, dat is elke keer weer anders, een enkele keer zie ik in het stuk hout een vorm die ik er alleen nog maar hoef uit te halen, maar soms staat een stuk hout jaren in een hoek voor ik eindelijk een idee heb wat ik ermee kan.

In het algemeen is het zo dat uitgaande van een thema een onderwerp zich aandient. Toen ik actief bezig was met handen als thema kon ik d.m.v. schetsen of het maken van een voorstudie tot een idee komen. Maar het kon ook zo gaan dat ik begon met beeldhouwen en dan vanuit de vorm die ontstond een idee verder kon ontwikkelen en uitwerken.

Omdat ik het geen probleem vind om met oud hout te werken, waarin schroeven of spijkers zaten of waarin houtrot heeft toegeslagen, kan het materiaal mij een heel eind op weg helpen waarbij ik pas in later stadium tot een vormuitwerking kom, binnen de mogelijkheden die het materiaal biedt.

Een titel aan een object geven is een leuke en serieuze bezigheid, waarbij ik dankbaar gebruik maak van het enorme arsenaal aan beeldmateriaal dat in mijn geheugen ligt opgeslagen na de jaren lesgeven als kunsthistoricus en vakdocent kunstvakken. Daarbij merk ik dat ik in mijn werk invloeden kan aanwijzen vanuit dat overvloedige beeldmateriaal.

Maar….. hoe zit het dan met originaliteit? Aha, een boeiende vraag stel ik me daar. Ik beschrijf een voorbeeld, waarin de bron voor mij, pas achteraf, herkenbaar is. Zou het onbewuste breindeel die invloed hebben uitgeoefend?

 

Titels 1

 

Op het plafond van de sixtijnse kapel in Rome is het beroemde frescofragment te zien waarin God zijn hand strekt naar Adam. In mijn beeld “ Touch” zag ik dat gebaar terug, pas lang nadat het beeld al af was. De titel komt dan van het fresco fragment waarin de aanraking bijna zichtbaar is. Geen bewuste inspiratie, maar achteraf een herkenning. En dat zie ik vaker in mijn beelden, en het verrast me.

 

Titels 2